Opgraving geschiedenis van het verdwenen slot Grunfoort in het Renkums Beekdal
, ,

Het slot Grunsfoort

door C. Burgsteyn in Echo’s 1999.3.1

Het kasteel Grunsfoort was gelegen in het dal van de Renkumse beken, even ten noorden van de huidige weg naar Oranje Nassau’s Oord. (Kortenburgerlaan). Voor de oude Renkumers: “het dijkje naar ONO”. Jammer genoeg is er van dit kasteel niet al te veel voor het nageslacht bewaard gebleven. Onder de velen die het verlies van dit kasteel erg ter harte ging, behoorde ook de heer Knotnerus, in de jaren dertig rentmeester van het landgoed Oranje Nassau’s Oord. Hij was het ook, die na veel inspanning er in slaagde om te komen tot een opgraving naar de restanten van het kasteel. Deze opgraving werd uitgevoerd in 1937 en veel oud Renkummers zullen zich deze opgravingen nog wel herinneren. Genoemde opgravingen werden uitgevoerd in de zogenaamde werkverschaffing, uitgevoerd door werklozen. Immers, in de jaren voor 1940 was de werkloosheid groot. Maar tot grote teleurstelling van de heer Knotnerus en met hem velen, leverde deze opgraving niet al te veel resultaten op. Regelmatig moesten de werkzaamheden worden stopgezet omdat er geen geld meer beschikbaar was. Het was uiteindelijk in het jaar 1941 dat er met heel veel moeite nog een geldbedrag kon worden ingezameld, om de restanten van het kasteel op een enigszins verantwoorde wijze te conserveren. De fundamenten werden bedekt onder een laagje wit zand, met daar overheen graszoden en dat moest dan maar genoeg zijn. Rest ons nu dan nu nog enige palen in het weiland, welke de hoeken van het kasteel markeren en ook is er met enige fantasie nog een gedeelte van de voormalige slotgracht terug te vinden.

Toen men in 1998 begon met de plannen voor het herstel van de beken op het industrieterrein op “Harten” waren er in het begin ook plannen om de grachten van het kasteel hierin op te nemen. Met de vrijgekomen grond konden dan door verhoging de contouren van het kasteel wat duidelijker in het landschap worden weergegeven. Maar helaas, ook hier speelden de financiën weer parten. Teleurstellend is het dat men deze restanten welke officieel als Rijksmonument te boek staan, zo weinig aandacht geeft. Want een restauratie van de fundering waarbij tevens deze fundering wat zou kunnen worden opgemetseld zal m.i. zeker verantwoord zijn. Misschien dat de monumentencommissie van de Gemeente Renkum hieraan nog eens wat aandacht zal besteden. Geschiedenis in vogelvlucht. Wat de naam van het kasteel betreft, het zijn er vele geweest. Grunsfoort, Grunsfoord, Grensvoorde of Groensfoerde, al deze namen komen we in de boeken tegen. Gruns of grens zou kunnen duiden op een versterkte voorpost van de provincie Utrecht en met voerde werd ook wel een doorwaadbare plaats in een rivier aangegeven. En misschien heeft de oude zijtak van de Rijn (strang) die nabij het huis Redichem begint en boven het Lexesveer op de Rijn aansluit, er ook wel iets mee te maken

Het oudst bekende feit dat we van de geschiedenis van het kasteel Grunsfoort weten is een belegering. Jan van Blois, heer van Chatillon, een kleinzoon van Jan van Beaumont, de broer van de Henegouwse Graaf Willem III, nam in 1372 het kasteel in, waarop zijn vrouw Machteld van Gelre recht meende te hebben. Lang zal dit beleg niet hebben geduurd,  want volgens de overleveringen hield genoemde Jan van gemakkelijke veroveringen, die altijd besloten dienden te worden met het organiseren van feesten waardoor deze edelman beroemd was.

In 1379 reeds kwam het kasteel in het bezit van de Hertog van Gelre, Willem van Gulik, die er o.a. zijn vriend, de bisschop Frederik van Blankenheim in 1436 ontving. Dit bezoek moet voor het dorp Redichem, reeds beroemd door de vicarieën en de stichting van het klooster door Reinoud IV, van veel belang zijn geweest. Lang bleef Grunsfoort onder de Gelderse Hertogen, soms bewoond, maar veelal in afwisseling met het kasteel in Rozendaal.

Ten tijde van de laatste Hertogen vinden we Johan, bastaard van Gelre, op Grunsfoort totdat deze oud en vermoeid van een leven vol feesten, rust vond in het klooster van Mariëndaal. Zijn broer Reinier, de rechterhand van Hertog Karel, verbleef ook veel op het kasteel, dit na de vermoeienissen van de strijd, temidden van zijn gezin. Deze verkreeg van de Hertog een stuk land in de “Moft”, het uitgestrekte bosgebied dat zich ten noorden van het kasteel uitstrekte tussen Wageningen en Ede. Dit ten behoeve van de jacht voor hem en de gasten op het kasteel. Want Grunsfoort was in die dagen een open huis, dat te allen tijde ter beschikking moest staan van de Vorst, of voor zichzelf, dan wel voor de legering van zijn krijgsvolk.

Via de familie van de bastaard Van Gelre is de bezitting omstreeks 1550 door huwelijk overgegaan op Hendrik van Steprardt tot den Doddendaal (kasteel bij Ewijk). De Stepraedts hebben waarschijnlijk niet op het kasteel gewoond. Anthonie van Lijnden bracht Grunsfoort in 1611 door zijn huwelijk met Sandrina van Stepraedt in zijn geslacht waarna uiteindelijk Evert Jan Benjamin Goltsteyn het door aankoop in 1728 in zijn bezit kreeg. De 19e maart 1777 werd het goed overgeschreven op Willem Adriaan van Pabst waarna het al spoedig verenigd wordt met de Kortenburg, dit nadat het kasteel was afgebroken.

Overzicht van de in 1937 gevonden fundering/poort

Afbeelding: Plattegrond van het slot Grunsfoort, met twee perioden bouwgeschiedenis. Er zijn twee grote perioden in de geschiedenis van Grunsfoort te herkennen. Van de eerste kennen we alleen het zware poortgebouw en de buitenmuur (zwart gekleurd). De 2e bouwperiode is waarschijnlijk uit de 18e eeuw en voornamelijk in de slotgracht gebouwd. De zwarte stippen geven paalgaten aan, mogelijk afkomstig van een eerderehouten burcht. Het kasteel was omgeven door een dubbele gracht. Afmetingen van de eerste bouwperiode : ca. 35 x 40 meter.

Travelers’ Map is loading…
If you see this after your page is loaded completely, leafletJS files are missing.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *