Wolfheze doet niet mee aan de industrialisatie, maar de grootste en bijna enige werkgever van Wolfheze, nu en een eeuw geleden, is het psychiatrisch ziekenhuis dat ongeveer de helft van de bebouwde oppervlakte van het dorp beslaat. Veel van de inwoners werken in het ziekenhuis.
In 1906 wordt 86 hectare van de familie Van Brakell nabij het station Wolfheze verkocht aan de Vereniging tot Christelijke Verzorging van Geestes- en Zenuwzieken. Hier ontstaat het psychiatrisch ziekenhuis Wolfheze.
In 1912 opent Nicolaas Martinus Schild, zelf blind en oprichter van de Vereniging voor Nationale Blindenzorg, een tehuis voor blinden en slechtzienden in Wolfheze. Huize Het Schild is nadien twee keer geheel nieuw gebouwd op dezelfde locatie.
Na 1920 ontstaat langs de Wolfhezerweg en Lawyckerhof villabebouwing. Rond 1950 komen er woningen tussen de bestaande bouw aan de Duitsekampweg. Vanaf 1960 worden de woningen aan de Sara Mansveltweg en Johannahoeveweg gebouwd. Later komen er woningen aan de Lindeboomlaan. Rond 2014 – 2016 komt de laatste uitbreiding van Wolfheze aan de Sara Mansveltweg en de Albert Oltmansweg.
Sinds 1918 heeft Wolfheze een treinhalte en sinds 1923 een station waar de trein stopt en vertrekt en waardoor er goede verbindingen zijn met Arnhem en het westen van het land.
Op 27 mei 1924 wordt door de kerkenraad het principebesluit genomen zowel te Oosterbeek als Wolfheze een nieuwe kerk te bouwen! [i])
Door de grondslag van de inrichting waren de personeelsleden van de Stichting bijna uitsluitend van gereformeerde huize en ze woonden praktisch allen op het terrein in een Paviljoen/woning óf in het dorp. Dit grote aantal gereformeerden stond in hoge mate onder invloed van het gezag van de Stichting Wolfheze(n). Zij kerkten eerst bijna twintig jaar in Oosterbeek, want de gereformeerden in Wolfheze ressorteerden in het begin onder de Gereformeerde Kerk van Oosterbeek. Zij moesten elke zondag ongeveer tien kilometer lopen of fietsen (vice versa) om zich onder het gehoor van hun predikant te stellen. Het gereformeerde kerkje in Oosterbeek lag aan de Van Toulon van der Koogweg en deze kerkgang was een hele opgave, vooral voor jonge kinderen en ouderen. Tweemaal op zondag naar de kerk gaan was bovendien heel gewoon in die dagen en de diensten waren beduidend langer dan nu. Zo was de zondag dus goed gevuld! Het aantal gereformeerde kerkgangers uit Wolfheze was in die tijd niet gering. Het jaarboekje van 1925 spreekt zelfs over 310 zielen, waarvan 157 belijdende leden. De kerkgang werd nadrukkelijk gecontroleerd en men moest maandag verantwoording afleggen op de Stichting als men niet in de kerk was gezien.
[i] Ulbe Anema: De Duizendjarige Den vertelde, De Wolfskreet, december 2007 p.46 e.v.
Geef een reactie